Energie
25 September 2012
In Vlaanderen is meer dan 80% van de uitgestoten broeikasgassen het direct gevolg van energiegebruik. Efficiënt energiegebruik en een omschakeling naar hernieuwbare energie zijn dan ook de belangrijkste pilaren van elk duurzaam energiebeleid en zijn aldus een noodzakelijk voorwaarde voor een duurzame economie. Stijgende energieprijzen eisen naast een economische ook een belangrijke sociale tol.
Energietoegankelijkheid is een basisrecht dat steeds meer mensen wordt ontzegd. Sociaal zwakkeren kreunen onder stijgende energieprijzen terwijl toekomstige generaties hun energievoorraden gevaarlijk zien slinken. Het lokale niveau kan een sleutelrol spelen in de aanpak van deze problematiek door haar energiebeleid op te bouwen rond vier belangrijke pijlers :
? Drukken van energieverbruik. Zowat alle toekomstgerichte studies rond energie tonen aan dat investeringen rond het verhogen van energie-efficiëntie een erg hoog rendement halen, veelal met terugverdientijden die vijf jaar of minder bedragen. Er is ook nog heel wat ruimte voor verbetering
? Een proactief beleid voeren rond hernieuwbare energie. Wie niet langer energie moet importeren, heeft een belangrijk strategisch voordeel in een economie met stijgende grondstoffenprijzen en politieke onrust in brandstoffen-exporterende landen.
? Lokale afvalstromen recycleren en valoriseren. Afvalstoffen en reststromen gebruiken voor energieopwekking en grondstoffenrecyclage is niet alleen een besparing voor de gemeentebegroting, maar het versterkt ook de lokale economie.
? Een actief prijsbeleid en gerichte sociale ondersteuning maken een wereld van verschil voor sociaal kwetsbare groepen in tijden van immer stijgende energieprijzen.
Groene gemeenten zijn voorlopers in de onvermijdelijke energierevolutie. Op termijn willen we evolueren naar een volledige klimaatneutraalheid van al onze gemeenten dus ook in Dendermonde.
Groen Dendermonde stelt voor:
? ? Planning van het energiebeleid
? Onze stad heeft beperkte middelen voor zijn energiebeleid. Om de doelmatigheid van die middelen te optimaliseren is het belangrijk dat ze in de eerste plaats middelen inzetten voor het afremmen van vermijdbaar verbruik van energie, water en grondstoffen.
?In tweede plaats zet men in op het ontwikkelen en gebruiken van duurzame materiaalstromen (bij voorbeeld GFT vergisten voor energieopwekking en omvorming tot hoogwaardig compost). Finaal ondersteunt men ook ontwikkelingen rond hernieuwbare energie. Ondanks deze volgorde blijft het belangrijk elk van deze elementen te ondersteunen: als we het groeiende belang van hernieuwbare energie en het verduurzamen van materiaalstromen in het achterhoofd houden, is het belangrijk die sectoren niet op droog zaad te zetten.
?Subsidiëring moet technologie per technologie bekeken worden, rekening houdend met de steunmaatregelen van de hogere overheden, marktevoluties en technologische vooruitgang. Als bv. de subsidies voor zonnepanelen op Vlaams niveau erg hoog zijn, is het logisch om de stedelijke subsidies voor zonnepanelen terug te schroeven. In Dendermonde bestaat deze subsidie niet. Om in één beweging ook de steun aan zonneboilers te schrappen, is echter een stap te ver.
?Alle acties om de EU2020-doelstellingen te realiseren, worden gebundeld in een lokaal Klimaatplan. Dit actieplan wordt het instrument om de inspanningen van de lokale overheid te evalueren. Jaarlijks wordt aan de bevolking gerapporteerd over de vooruitgang. Er wordt bij het opstellen van dit Klimaatplan ook een aansluiting bij het Burgemeestersconvenant overwogen.
? ? Energiebesparing
? ... bij de overheid
De overheid mag nog zoveel plannen en informeren als ze wil, het krachtigste instrument om een verandering op gang te brengen, blijft nog steeds om zelf het goede voorbeeld te geven.
?Voor het eigen verbruik schakelt de gemeente volledig over op groene stroom. Voor het inschatten van wat 'groene' stroom is, is de categorisering door Greenpeace een handige leidraad.
?Dendermonde volgt haar energieverbruik nauwkeurig op door middel van een energieboekhouding. De stad stippelt een traject uit om de energieprestaties van haar gebouwen te verbeteren. Via energie-audits gaat zij na hoe ze energie kan besparen zonder comfortverlies..
?Openbare verlichting kan energiezuiniger door een goede inplanting en afstelling van de verlichting, een goede oriëntatie van de lichtbundel en efficiënte armaturen met energiezuinige lampen. De lokale overheid kan, in samenwerking met de lokale bevolking en verenigingen, ook effectiever omgaan met klemtoon-, monumenten- en feestverlichting en niet-noodzakelijke verlichting zoals reclameverlichting. Ze kan ook de verlichting van bedrijven- en sportterreinen een gedeelte van de nacht doven.
?De lokale overheid kan een beroep doen op Fedesco, het overheidsbedrijf dat zich specialiseert in kennisoverdracht en financiering met betrekking tot energiebesparende maatregelen in overheidsgebouwen. Na tussenkomst gaat de energiefactuur van gebouwen en installaties gemiddeld met een kwart omlaag.
?De gemeente geeft ook financiële steun voor energiebesparingswerken aan scholen als dit gekoppeld wordt aan een sensibilisering bij de leerlingen. Gemeentescholen die de energiefactuur omlaag krijgen, mogen de opbrengst daarvan houden en besteden aan eigen projecten.
? ... bij burgers en bedrijven
?De stad ontwikkelt een educatief aanbod voor bouwheren, architecten, installateurs, ... in samenwerking met de provincie of intercommunales. Milieuorganisaties of adviesbureaus zijn hierbij uitstekende partners. Ze organiseert ook regelmatig een uitgebreide informatiecampagne voor een breed publiek rond duurzame en betaalbare oplossingen voor energiezuinig wonen en bouwen.
?Dendermonde biedt informatie op maat aan via één centraal loket, dat ook on-line raadpleegbaar is. Bij voorkeur wordt een uniek woon-, water, en energieloket opgericht. Mensen en verenigingen kunnen er terecht voor kosteloos energie-advies bij renovatie- en nieuwbouwprojecten, energie-audits, goedkope leningen voor energiebesparingsinvesteringen,...
?Een eigen voorbeeldwoning creëren is een schitterend idee voor de stad en/of de sociale huisvestingmaatschappij. Dit gebouw kan de gemeente gebruiken als laagdrempelig, multi-functioneel informatiehuis dat ondermeer het uniek woon-, water- en energieloket herbergt.
?Elke gemeente ontwikkelt een klimaatscore die het gemiddelde gas en elektriciteitsverbruik per inwoner (en liefst ook per gezinssamenstelling) weergeeft. Op deze wijze kunnen inwoners en gezinnen hun energieverbruik vergelijken met het gemiddelde en kunnen de beleidsverantwoordelijken "hun duurzaam energiebeleid" evalueren en waar nodig bijsturen.
?De gemeente ontwikkelt (of neemt ook deel aan) enthousiasmerende projecten zoals de 'Klimaatwijken', die een draagvlak creëren voor energiebesparing. Dit bestaat reeds maar Groen wil dit blijven promoten
? ... bij wijkvernieuwing en renovatie
?De gemeente subsidieert 'energie-audits' voor bestaande woningen en energie-doorlichtingen voor (ver)nieuwbouw. Ze stimuleert de bouw van passiefhuizen of passief-plus-huizen (huizen die een stroomoverschot leveren aan het net).
?Dendermonde promoot energiezuinige wijken, sociaal en ecologisch wonen met wijkverwarmingssystemen, met kleine warmtekrachtkoppelingssystemen en met zonne-installaties. Ze maakt ook ruimte voor participaties in windenergie. Deze integrale gemeentelijke energieaanpak is nodig om laagenergiewoningen te promoten.
?De stad kan ook creatief gebruik maken van instrumenten zoals lokale reglementen en stedenbouwkundige voorschriften (verkavelingsverordeningen, criteria bij het bouwen en wonen, verbod op elektrische verwarming bij nieuwbouw en verbouwingen,...) om duurzaam bouwen te stimuleren. Groen Dendermonde wenst dit te realiseren
?Dendermonde blijft premies uitreiken voor energie-besparende ingrepen bij renovatie, zodat ook renovatie een duurzaam karakter krijgt (doorgedreven isolatie is de basis, zowel voor muren, dak, vloeren als ramen). Bij nieuwbouw kan een premie gegeven worden voor de installatie van hoogrendementglas, doorgedreven isolatie (K30-norm), ventilatietechnieken, ef?ciënte verwarmingstechnieken of het gebruik van zonne-energie. Deze premie vervangt dan de huidige losse zonneboilersubsidie die in sommige gemeenten bestaat.
?Een iets radicalere maatregel, naar Scandinavisch model, is het opstellen van een stedenbouwkundige verordening die een maximumvermogen vastlegt voor nieuwe aansluitingen. Dat geeft een erg directe aanzet tot ef?ciëntere energiehuishoudens.
?De bouw van lage-energiekantoren met natuurlijke ventilatie, passieve zonne-energie,... wordt actief aangemoedigd en de bouw van lage-energiewoningen wordt als standaard bouwpraktijk naar voren geschoven. Ook voor concepten zoals de passiefwoning of de nul- energie-woning wordt ruimte voorzien.
?De gemeente zet ook in op het verduurzamen van de bedrijventerreinen die op haar grondgebied liggen. Ze ondersteunt daarom projecten rond het verhogen van energie-efficiëntie, het sluiten van materiaalkringlopen en het aanleveren van groene stroom.
? ? Decentrale, lokale energieproductie
Jammer genoeg bestaat er geen eenduidig recept voor het optimaal ontwikkelen van decentrale, hernieuwbare energieproductie. Elke gemeente heeft verschillende voor- en nadelen op vlak van duurzaam energiebeleid. Sommige gemeenten hebben veel wind, andere hebben veel te verwerken biomassa, nog weer andere zijn ideaal gelegen voor geothermische projecten. Een verstandig beleid rond duurzame energie speelt dus gepast in op lokale sterktes.
? ? Aanbodbeleid
? ... op gemeentelijk niveau
?De gemeente plant zonnedaken op de eigen gebouwen.
?De gemeente onderzoekt (al dan niet samen met andere gemeenten) hoe ze best haar afvalstromen kan recycleren en valoriseren. Zo kan biomassa afkomstig uit GFT-ophalingen, landbouwoverschotten en landschapsonderhoud vergist worden voor energieopwekking en omgevormd tot hoogwaardig compost. Er kunnen ook samenwerkingsprojecten opgezet worden tussen landbouwbedrijven, zoals het Nederlandse "Energieboerderij". Op oude stortplaatsen kunnen soms rendabele installaties geplaatst worden die energie winnen uit stortgassen
?De stad moedigt investeringen aan in (kleinschalige) decentrale energieopwekking. Als ze dit niet doet via rechtstreekse ondersteuning (subsidies of premies), voorziet ze op zijn minst de nodige ruimte, de nodige informatie en het nodige beleidskader.
?Er wordt pro-actief ingezet op windenergie. Nu beperkt de gemeente zich nog al te vaak tot het beoordelen van projectvoorstellen van investeerders en daarbij laaien de gemoederen vaak hoog op. Nochtans is een veel constructievere aanpak mogelijk als de stad vooraf nadenkt over optimale locaties voor windenergie en die vastlegt in een windplan. Daarvoor gaat de gemeente na, in overleg met de bevoegde adviesraden, of er op haar grondgebied geschikte locaties zijn voor windmolens. Indien dit het geval is, kan ze actief op zoek naar potentiële investeerders. Men kiest best maximaal voor locaties op industrieterreinen en langs bestaande lijninfrastructuren zoals kanalen, autosnelwegen, ? vooraleer men windmolens begint te bouwen in de buurt van woningen.
?Vanaf er besloten wordt op zoek te gaan naar investeerders is het ook aangewezen om de eigen bevolking actief te beginnen betrekken in alle fases van het project (info-avonden, coöperatieve aandelen aanbieden, ...). Zo krijgen we niet alleen meer inspraak van de lokale bevolking, maar kunnen we ook betere antwoorden bieden op aangereikte problemen, suggesties en alternatieven. Dit leidt veelal tot projecten met een breder maatschappelijk draagvlak, die ook beter aansluiten op de lokale noden en gevoeligheden.
?Om het lokaal draagvlak te versterken en investeringen met sociaal oogmerk te ondersteunen, is het logisch om lokale participatie en aandeelhouderschap ook mee te nemen als randvoorwaarde voor elk windenergieproject (tenzij de windmolen zuiver voor eigen gebruik wordt gebouwd).
?Elke gemeente is uniek. Soms doen er zich opportuniteiten voor op vlak van hernieuwbare energie, die uniek zijn voor de gemeente en een mooie synergie opleveren met andere activiteiten zoals toerisme. Denk maar aan het bouwen van een kleine waterkrachtcentrale in een mooie, oude en sowieso te renoveren watermolen, zoals gebeurde in Rotselaar. Het is dus belangrijk niet enkel te focussen op windmolens en fotovoltaïsche zonnepanelen, anders blijven unieke kansen liggen.
? ... bij burgers en bedrijven
?Naast doorgedreven isolatie, bieden ook systemen van wijkverwarming, op basis van kleinschalige WKK- installaties daarvoor prima perspectieven. Bij grotere projecten wordt daarom in regel gekozen voor WKK-systemen. Maar er zijn ook nog andere interessante mogelijkheden voor residentiële verwarming, die nu al commercieel rendabel zijn zoals:
- Geothermische energie uit grondlagen, op basis van warmtepomp-technieken.
- Zonnecollectoren voor verwarming tijdens de winter en (absorptie-)koeling tijdens de zomer.
- Centrale verwarming op basis van 'houtpellets' heeft een zeer lage CO2-uitstoot en zowat volledige verbranding.
- Combinatieverwarming van verschillende systemen via buffervaten
? De gemeente werkt eventuele stedenbouwkundige beperkingen weg voor de plaatsing van zonnecellen. Als er wijzigingen gebeuren aan Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP) of Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA), worden dergelijke beperkingen ook weggenomen, waar ze nog voorkomen.
? ? Vraagbeleid
? Het uniek woon-, water-, en energieloket helpt mensen om een 'groene stroomleverancier' te vinden. Het loket kan ook groepsaankopen organiseren van groene stroom of informatie verspreiden over provinciale groepsaankopen. De gemeente tracht actief en prioritair sociaal kwetsbare gezinnen te betrekken bij deze groepsaankopen.
? Het woon-, water- en energieloket ondersteunt en organiseert ook activiteiten die op een speelse, maar gerichte manier aanzetten tot verduurzaming, zoals 'Powerdare'-avonden.
? ? Sociale ondersteuning & prijsbeleid
? Derde-betalers-financiering is een belangrijk beleidsinstrument om energiearmoede te bestrijden. De distributienetbeheerder, het OCMW, of een andere 'derde betaler' doet energiebesparende investeringen in huizen van mensen met een laag inkomen. De terugbetaling van de investering gebeurt dan stapsgewijs, bij voorbeeld via de verlaagde energie-factuur of uitkering, waarbij eerst, tijdens de afbetalingsperiode, slechts een klein deel van de winst naar de geholpen mensen gaat en eens de afbetaling voltooid is, ze van de volledige kostenbesparing kunnen genieten.
? Elke gemeente kan voor haar derdebetalersfinanciering ook terecht bij het Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE) dat goedkope leningen verstrekt aan particulieren, bestemd voor energiebesparende maatregelen. Dit gebeurt via lokale entiteiten die zijn aangeduid door de gemeente in overleg met het OCMW. De interestvoet voor deze FRGE-leningen bedraagt 2 procent. De sociaal zwaksten vormen voor het Fonds een bijzondere doelgroep. Bovendien krijgen zij, bij het afsluiten van een FRGE-lening, ook een trajectbegeleiding vanuit het OCMW.
? De gemeente kan ook gebruik maken van sociale instrumenten zoals cursussen voor de bouw van laagenergiewoningen, het opzetten of steunen van coöperaties die samen investeren in duurzame energiebronnen, ? Ze kan dit doen in samenwerking met de vele VZW's en coöperatieven die reeds actief zijn in deze sector.
? De gemeente en/of het OCMW kan gezinnen actief begeleiden om hun energiefactuur te doen dalen. Dat kan door eenvoudige energie-audits, isolatie voor lage inkomensgezinnen en door de leasing van energiezuinige toestellen als alternatief voor dure energieslokoppen.
? Sociale huisvestingsmaatschappijen en OCMW's kunnen ook goedkopere tarieven onderhandelen bij energieleveranciers door de aankoop van energie voor mensen met een laag inkomen te bundelen. Mensen met een laag inkomen kunnen hierbij sterk geholpen worden door de 'ombudsman van de energiewinkel', waarbij ze later ook nog terecht kunnen met vragen, suggesties en problemen.
__________________________________________________________________________________
Voetnoten:
Het idee van de 'Powerdare' is eenvoudig. Je zoekt een aantal vrienden, vriendinnen, collega's, mensen uit je straat... Je nodigt hen uit bij je thuis voor een avondje 'Powerdare' en iemand van het energieloket, of een vrijwilliger met de nodige expertise, geeft een presentatie met de nodige uitleg om de overstap naar een groene stroomleverancier te begeleiden. Via online applicaties kan iedereen dan ter plaatse uitzoeken wat de beste keuze is voor het milieu en voor zijn of haar portemonnee. Het omschakelen naar de nieuwe leverancier kan nog de avond zelf gebeuren.
Die gebeuren ofwel door gespecialiseerde medewerkers van het energieloket, of in samenwerking met gespecialiseerde organisaties die in regel niet vasthangen aan een distributienetbeheerder of energieleverancier